Malletfinger (hamervinger)
Een malletfinger herkent u aan een hangend vingertopje dat u zelf niet meer actief kunt strekken (1). Soms is het pijnlijk en is er een zwelling rondom het gewrichtje van de vingertop.
Een malletvinger kan ontstaan wanneer u uw uitgestrekte vinger plotseling stoot. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij het opmaken van een bed of als er bij het sporten een bal op het gestrekte topje van uw vinger komt. Door dit ongeluk buigt uw vingertop te ver door, waardoor de strekpees van het laatste vingerkootje afscheurt. Het eindkootje van uw vinger gaat dan naar beneden hangen en u kunt het niet meer strekken. De vinger lijkt op een hamertje (in het Engels “mallet”).
Het doel van de behandeling is om de vinger weer zelf te kunnen strekken. Behandeling met een spalk (2) geeft over het algemeen het beste resultaat. De vingertop wordt gespalkt en met tape vastgemaakt. Hierbij moet het tweede vingerkootje vrij blijven, zodat deze gebogen en gestrekt kan worden. Soms voldoet een zogeheten standaard Stack spalkje niet en kan er een spalkje op maat gemaakt worden door ons.
1. Malletfinger
2. Spalk
Bron: ZHPC
De spalk moet minimaal 6 weken dag en nacht om gehouden worden, omdat anders de herstellende pees weer kan afscheuren. Belangrijk is dat de vinger goed droog wordt gehouden in de spalk, zodat de huid niet week wordt en/of geïrriteerd raakt. Soms wordt er in overleg met uw behandelend specialist of handtherapeut voor gekozen om de spalk minimaal 8 weken te dragen en daarna te starten met de opbouw van oefeningen. Het is zeer belangrijk dat u zich houdt aan bovenstaande instructie om te zorgen dat de strekpees zich goed herstelt en de vingertop niet meer gaat hangen.
Bij Vitaal zijn er 2 handtherapeuten aanwezig die u kunnen helpen met u hand en pols klachten. De handtherapeuten zijn aangesloten bij de NVHT (Nederlandse Vereniging voor Handtherapie)