Adductoren gerelateerde liesklachten, (L)ARGP

 

wat is het?

Dit zijn klachten van pijn te voelen in de liesregio. Deze regio loopt van het heup/bekkenbot t/m het schaambeen, welke zich ook kan verspreiden richting beneden. In dit geval spelen voornamelijk de adductoren een grote rol

Hoe ontstaat het?

Er is een onderscheid gemaakt naar duur van de liesklachten, namelijk de korte acute liesklachten (ARGP) en de langdurige liesklachten (LARGP). De acute liesklachten ontstaan na een overbelasting moment waar direct pijn in de liesregio aanwezig is. Vaak komt het voor na:

  • Doordat je een bal schiet en er dan een pijnreactie komt in de lies
  • Pijn bij het overstrekken van de lies
  • De pijn schiet erin tijdens het sprinten

De langdurige adductoren gerelateerde liespijn (> 8 weken) kan komen doordat het herstel niet goed verloopt en er een aantal terugslagen zijn geweest in het herstel. Vaak komt dit door een te snelle return to sport (RTS). Hierbij is het ontstaansmoment dezelfde als van een acute klacht, maar door een vertraagd herstel duurt het langer. Daarnaast is er ook een wijze van ontstaan door langdurige overbelasting van de adductoren van de heup. Bijvoorbeeld door overmatig veel passen/trappen, wenden en keren, zijwaarts afzetten met schaatsen, veel uitglijden op een glad veld, etc. De klachten bouwen zich dan geleidelijk op en door een niet adequate omgang van de klachten worden de klachten erger.

Hoe vaak komt het voor:
Liesblessures komen vaak voor bij voetballers (10,5% van alle blessures), maar ook in andere sporten, waarbij soortgelijke bewegingen gemaakt worden. De prevalentie loopt op tot 19% in de voetbal. Het herstel van liesblessures duurt minstens 1 week (40% van de gevallen), en 10% neemt meer dan een maand in beslag. Wanneer de liesblessures dus langer dan 8 weken duren worden ze langdurig genoemd. De (L)ARGP liesklacht komt het meest voor bij voetballers, namelijk 69%.

Hoe kan Fysiotherapie helpen

De fysiotherapeut kan je op de volgende manieren helpen bij deze liesklachten:

  • Diagnosticeren aard van de klacht
  • Informeren/adviseren over het herstel
  • Een trainingsprogramma opstellen, waarbij het herstel van de betrokken spieren mee wordt bevorderd
  • Manipulatie van de betrokken musculatuur
  • Beweeglijkheid wervelkolom/bekken/heup optimaliseren